Pensioenakkoord 2023
- Claarensteyn
- 30 sep 2022
- 1 minuten om te lezen
Jarenlang onderhandelden de polder en kabinetten over een nieuwe pensioenwet. Het doel: een wet die beter past bij de huidige, flexibele arbeidsmarkt, beter te begrijpen is en meer kans biedt op een hoger pensioen. Na het pensioenakkoord in 2019 moet deze wet per 1 januari 2023 ingaan. Dat is snel, vinden veel Kamerleden. Maar in maart zijn de Provinciale Statenverkiezingen en die kunnen de samenstelling van de Eerste Kamer veranderen. Dat zal het kabinet voor willen zijn. Daar heeft de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie geen meerderheid. Vooralsnog steunen GroenLinks en de Partij van de Arbeid het wetsvoorstel en kunnen zij het in de Eerste Kamer aan een meerderheid helpen. De grootste gevolgen van de pensioenhervorming zijn voor werkende en gepensioneerde deelnemers van de grote pensioenfondsen, waar een hele bedrijfstak verplicht is aangesloten. Dat zijn de meeste Nederlanders. Zo krijgen verpleegkundigen pensioen van Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Zulke fondsen houden voor alle (oud-)werknemers in de sector één grote pot met geld aan, waarvan ze de uitkeringen betalen en die ze beleggen op de financiële markten. De hoogte van de pensioenuitkeringen is al toegezegd: mensen hebben dus een 'aanspraak' op een uitkering. In het nieuwe stelsel krijgen zij allemaal een eigen pensioenpotje. De aanspraak op de pensioenuitkering verdwijnt. In plaats daarvan beweegt het individuele potje mee met de ontwikkelingen op de beurs. Als pensioenfondsen daar beleggingswinsten boeken, stijgt het verwachte pensioen. Zit het tegen, dan daalt het bedrag in de pensioenpot. In het nieuwe stelsel zijn twee soorten pensioenpremieregelingen: een flexibel en een solidair contract. In die laatste variant houdt het pensioenfonds een gemeenschappelijke buffer aan, die in tijden van tegenspoed kan worden ingezet.

Comments